Uit het leven van Frederik van Harten, 10 september 1859 – 17 december 1922.

Als ventje, van een jaar of 5, kreeg ik van mijn vader een legpenning omdat ik, toen een kindje in de vijver van het pension de Poort van Europa in Hoek van Holland viel, snel hulp ben gaan halen.

Nu bijna 55 jaar later vertelt deze zilveren legpenning, met een diameter van 45mm, na wat spitwerk, zijn oorspronkelijke verhaal.

De legpenning toont aan de voorzijde een man met een drenkeling in zijn armen. Links achter de man ziet men een zeilschip dat vergaat en een man in een sloep. Rechts achter de man zijn twee andere mannen bezig met het verzorgen van een andere drenkeling. Op de keerzijde staat binnen een krans van eikenbladeren “F van Harten, 10 december 1881”. Het geheel binnen het randschrift “ZUID-HOLLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT REDDING VAN SCHIPBREUKELINGEN TE ROTTERDAM”.

De tekst [bron 1] van de bijbehorende oorkonde luidt:

 …. heeft hare Zilveren Medaille toegekend en Tien Gulden aan:

J. Kelly

kwartiermeester aan boord van het Nederlandsche stoomschip P. Caland kapitein G.J.Vis tot een blijvend aandenken en vereerende belooning voor zijn menschlievend en moedig gedrag, betoond op den 10 December 1882, toen hij vrijwillig met de reddingboot van bovengenoemd stoomschip onder bevel van den eerste officier G. Bakker, de equipagie van het Engelsche barkschip Frederick van Greenock met den kapitein diens vrouw en 13 man, bestaande bij stormweer en hooge zee, met levensgevaar, hielp redden en aan boord van het stoomschip P. Caland overbrengen.

Hetzelfde voor J. Lorenz, kwartiermeester

E. Friede, matroos

C.Carlsson, matroos

A. Sparling, matroos

J. van Harten, matroos

Onderstaand een kopie van het archiefstuk.

Kapitein G.J. Vis, met zijn oorkonde ondertekend met “Rotterdam, Januari 1882

Directeuren der Zuid Hollandsche Maatschappij tot het redding van Schipbreukelingen”, en eerste officier G. Bakker kregen de Gouden Medaille.

Het barkschip, met kapitein Hunter, kwam in moeilijkheden op 49° 30’ N.B. en 27° 40’ W.L.

(dit is in de Noord Atlantische Oceaan, ten zuid westen van Engeland). Elf dagen dreven ze rond op hun volgelopen schip voordat ze op 10 december gered werden. Bemanning werd op 16 December te Hellevoetsluis aan wal gezet.

Genoemde jaartal 1882 in bovenstaande tekst moet zijn 1881, gezien de datering van de ondertekening van de tekst voor de oorkonde en de datum op de medaille. De medaille geeft F. i.p.v. de genoemde J van Harten.

De eigenaar van het s.s. P. Caland was de Nederlandsch – Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij Rotterdam, de latere Holland Amerika Lijn. [bron 2]

bouwjaar:1874, tonnage: 2540, bemanning: ca 52 man + kapitein, werf: Napier & Sons Glasgow, eigenaar: Holland Amerika Lijn.

korte historie: 23-7-1897 naar Triest verkocht en herdoopt in ‘Ressel’. In 1898 naar Marseille als ‘Caramanie’. Maart 1910 gesloopt. [bron 3]

Bronnen:

Bron 1. Archief Rotterdam, verslagen van de ZHMRS, toegangsnummer 306

Bron 2. Archief Rotterdam, Holland Amerika Lijn, personeel, toegangsnummer 318-06.

Bron 3. s.s. P. Caland 1874 – 1910 www.arendnet.com/h76.htm

4 maart 2008

Dirk Frederik van Reeven

Oud-Beijerland